Zenmeester jezus

Zenmeester Jezus


Hieronder het artikel zoals dat is verschenen in 'de Troubadour', het halfjaarlijkse boeken-magazine van uitgever Servire te Utrecht. Het is van de hand van de schrijver. Het boek is sinds 1 maart verkrijgbaar in de boekhandel.

Zenmeester Jezus

(Servire-Kosmos/Z&K Utrecht, maart 2001, ISBN 90-215-9555-9)

Een vondst

In 1980 liep ik bij toeval tegen het Thomas-evangelie aan; ik vond het dunne blauwe boekje (in de uitgave van Karnak) tussen de religieuze werken bij boekhandel 'van der Galie' in Utrecht. Al meteen bij de eerste kennismaking werd ik er diep door geraakt. Ik ontmoette een Jezus die direct tot mijn hart sprak, ontdaan van alle theologische franje. In de loop van de jaren daarna ontwikkelde Thomas zich tot een trouwe metgezel. Het boekje had ik altijd bij me als ik me enkele dagen terugtrok ter bezinning en regelmatig citeerde ik eruit als ik ergens een toespraak moest houden.

Een andere Jezus

De Jezus die we kennen uit de bijbelse evangeliën, is ver van ons verwijderd, een onbereikbaar ideaal, bijna onmenselijk. De kerk ontfermde zich in de eerste eeuwen van onze jaartelling over de erfenis van de mens Jezus en kneedde zijn ideeën naar eigen inzicht tot een theologisch bouwwerk dat het zicht op de oorspronkelijke mens Jezus totaal vertroebeld heeft. Het Thomas-evangelie, opgegraven in 1945 bij Nag Hammadi in Egypte, toont ons een heel ander beeld. Terwijl de canonieke evangeliën ons Jezus` leer ingebed in een levensverhaal bieden, vinden we bij Thomas alleen een serie uitspraken, logia genaamd, waarin Jezus zich richt tot zijn leerlingen. De helft van deze 114 uitspraken heeft parallellen in de ons bekende evangeliën, zij het dat ze bij Thomas over het algemeen in een primitievere vorm aangetroffen worden. Dit deed al snel het vermoeden rijzen dat het Thomas-evangelie in zijn oorspronkelijke vorm wel eens ouder zou kunnen zijn dan, en dus onafhankelijk van, de evangeliën uit de bijbel. Het dispuut hierover is nog steeds gaande maar steeds meer onderzoekers zijn geneigd in Thomas een onafhankelijke traditie te herkennen, waarvan de oorsprong teruggaat tot diep in de eerste eeuw. De meest stoutmoedige dateringen gaan terug tot rondom het jaar 50, waarmee dit evangelie het oudste christelijke document zou zijn waarover we beschikken. De argumenten voor een vroege datering en onafhankelijkheid van de canonieke evangeliën kunnen worden samengevat in een paar punten:
1. Het genre, een verzameling uitspraken, is primitiever dan de biografieën in de canonieke evangeliën.
2. De uitspraken bij Thomas tonen geen van de redactionele kenmerken die eigen zijn aan de parallellen bij Marcus, Mattheüs en Lucas. Hierdoor hebben ze een authentieker karakter, het vertoont nog duidelijk de kenmerken van een mondelinge overlevering.
3. Het Thomas-evangelie kent geen enkele vorm van uitgewerkte theologie. Geen verlosser, geen messias, geen zoon van God, geen opstanding, geen eschatologische duidingen (verwij zingen naar de eindtijd).
Als deze overwegingen allemaal juist zijn, betekent dit dat dit evangelie wel eens dichter bij de historische Jezus zou kunnen staan dan de ons vertrouwde geschriften.

Een nieuwe aanpak

Bij een eerste vluchtige kennismaking lijkt de verzameling uitspraken in het Thomas-evangelie ongeordend. Onmiddellijk herken je een aantal parabels en kortere gezegden die je ook aantreft in de evangeliën van Marcus, Mattheüs of Lucas en, in mindere mate, in het evangelie van Johannes. Omdat de context van een levensverhaal ontbreekt en ook Jezus geen duidelijk herkenbaar verhaal vertelt, lijkt de volgorde waarin de citaten staan willekeurig, hooguit gebaseerd op enkele trefwoorden die de ene uitspraak aan de andere koppelen. De meeste studies van Thomas richten zich dan ook op afzonderlijke uitspraken en kijken niet naar het verband waarin ze door de schrijver geplaatst zijn. Wel wordt er door die onderzoekers uitgebreid aandacht besteed aan parallelle of verwante tekstfragmenten zoals die in de canonie ke evangeliën en in andere geschriften, Oude Testament, Kerkvaders en Apocriefen, te vinden zijn. Door middel van dit zogenaamde diachronisch onderzoek wordt getracht de betekenis van de uitspraken te achterhalen.
Mijn aanpak staat hier haaks op. Ik heb getracht de woorden van Jezus te laten spreken vanuit de context waarin we ze aantreffen bij Thomas. Daarvoor heb ik enkele redenen. In de eerste plaats heeft de schrijver ze in deze volgorde opgeschreven. Dat deze volgorde niet uniek is voor het bij Nag Hammadi gevonden Koptische exemplaar blijkt uit de fragmenten van de Griekse versies die eerder bij Oxyrhynchus werden opgegraven. Het betreft daarbij drie ver schillende handschriften uit drie uiteenlopende perioden (respectievelijk uit de tweede helft van de 2e eeuw, de eerste helft en de tweede helft van de 3e eeuw). Op één kleine uitzondering na is de volgorde van de uitspraken die we in deze handschriften aantreffen gelijk aan die in de Koptische versie. Het is geenszins uitgesloten dat de schrijver een bedoeling heeft gehad met de ordening van de uitspraken zoals wij die aantreffen, nog afgezien van de mogelijkheid dat Jezus zelf die bedoeling zou kunnen hebben gehad. De tweede reden is naar mijn mening van groter gewicht. Al studerende op deze uitspraken ontstond er voor mij een duidelijke samen hang. De betekenis die de diverse logia aan mij onthulden werd vaak bepaald door de context waarin ze staan. Als er voor mij, als lezer, duidelijke verbanden opvallen, is het niet vreemd om te veronderstellen dat ook de auteur een samenhang beoogd heeft. Ik heb dus gekozen voor een synchronische benadering van deze verzameling logia, een aanpak die mij gaandeweg dierbaar is geworden en die ik via dit boek wil delen met anderen.
Ondanks deze keuze heeft ook de strikt wetenschappelijke, diachronische aanpak mijn interes se. Ik heb me dan ook steeds op de hoogte gehouden van de discussies die de geleerden op dit gebied over het Thomas-evangelie gevoerd hebben en nog steeds voeren. Het internet biedt hiertoe veel mogelijkheden.

Zen

Een aantal van de uitspraken lijkt op het eerste gezicht nogal cryptisch en doet denken aan de koans uit de Zen-traditie: verhalen die absurd lijken en de zoeker dwingen om de verstandelijke benadering van de werkelijkheid op te geven. De parallellen met Zen gaan echter dieper. Als een echte Zenmeester is Jezus in dit evangelie wars van alle filosofische en theologische speculatie. Bij elke vraag van de leerlingen in deze richting verwijst hij de vraagsteller onver biddelijk terug naar zichzelf. Daarnaast wijst hij uitdrukkelijk op het belang van het leven in het 'hier en nu', één van de hoofdthema's in de Zen-leer. Om door te dringen in de betekenis van de op het eerste gezicht duistere uitspraken in het Thomas-evangelie is enerzijds mijn jarenlange Zen-training, maar anderzijds ook mijn bekend heid met de christelijke mystieken van betekenis geweest. De Zen heeft mij de ervaring ge schonken die het mij mogelijk maakte uitspraken innerlijk te duiden, de mystieke schrijvers uit onze eigen traditie leerden mij een taal waarin deze ervaring tot uitdrukking kan worden gebracht. Vooral voel ik mij verplicht aan de schrijver, hij is ons onbekend, die 'de wolk van niet-weten' geschreven heeft, een middeleeuws Engels werk over de weg naar binnen. Ik pretendeer overigens niet dè betekenis van het Thomas-evangelie te hebben ontsluierd. Het evangelie heeft mij betekenissen getoond die voor mijzelf zinvol zijn en in tegenstelling tot wat je er veelal over leest, vertoont het voor mij een samenhang als geheel en is het méér dan een losse verzameling uitspraken van Jezus.

Een praktijkboek

In mijn pogingen het Thomas-evangelie te begrijpen heb ik telkens meditatie en lezing laten samengaan. Vele uren heb ik op mijn kussentje gezeten en uitspraken van Jezus als een koan meegenomen in de stilte. Deze verplaatsing van de logia van hoofd naar buik was zo wezenlijk voor het uiteindelijke begrip, dat ik vind dat ook in een boek over dit evangelie deze meditatie ve praktijk een expliciete plaats verdient. Het Thomas-evangelie wil op geen enkele wijze een theoretische beschrijving van het Koninkrijk zijn, geen boek dat louter bespiegelingen biedt over een staat van verlichting of mystieke vereniging. Het is allereerst een praktijkboek. Daarom heb ik ervoor gekozen om bij elk logion deze praktijk een herkenbare plaats te geven. Na elke uitspraak van Jezus volgt eerst een 'reflectie', een woord met een dubbele betekenis. Het is een overdenking, maar ook en wellicht meer nog een weerspiegeling van Jezus' woor den in onze eigen ervaringswereld en soms ook in teksten uit andere tradities, met name het Zen-boeddhisme. Naast deze reflectie heb ik telkens geprobeerd de betekenis van het logion, zoals ik die ervaar, te vertalen naar ons eigen denken en doen van alledag. Onder het kopje 'oefening' tracht ik die vertaling gestalte te geven. Misschien klinkt dit woord wat zwaar. Deze keuze vindt haar oorsprong in de mij zo vertrouwde Zen-traditie waarbij het woord 'oefening' enerzijds voor de zit-meditatie staat, maar anderzijds ook voor de implementatie van de aandacht, die je traint bij het zitten, in de rest van je leven. Bij de eerste logia zijn de oefening en nog vrij concreet, later worden ze abstracter en vervloeien reflectie en oefening meer met elkaar. Het is overigens geenszins mijn bedoeling de lezer te bevoogden of te sturen, de oefeningen zijn louter suggesties om elementen van het evangelie in praktijk te brengen.

De mystieke weg

Misschien mogen we blij zijn dat de georganiseerde religie dit evangelie niet in haar canon heeft opgenomen. Wellicht zou het geschrift in de loop der eeuwen dan diverse aanpassingen ondergaan hebben waardoor de oorspronkelijke boodschap verduisterd zou raken. Zoals het boek nu voor ons ligt, is het in ieder geval 16 eeuwen lang onberoerd gebleven en zien we in de beschreven Jezus de 'Zenmeester avant-la-lettre' die zijn inzichten met ons deelt, met het doel ons te begeleiden op de weg naar zelfkennis die uiteindelijk de weg naar de andere dimen sie is, ook wel beschreven als het Koninkrijk van de Vader. Dit Koninkrijk ligt niet ergens ver weg in de toekomst, maar vertegenwoordigt veeleer een toestand van diep inzicht in ons eigen bestaan, hier en nu. Zoals we kunnen lezen bij mystici uit alle tijden en culturen is er geen kant- en-klaar recept voor het mystieke schouwen, de weg naar inzicht is geen logische opeenvol ging van stappen of treden. Het Thomas-evangelie biedt dus geen cursus die je kunt doorlopen om verlichting te bereiken. Ieder zal zijn of haar eigen weg moeten zoeken. De auteur van dit evangelie deelt met ons zijn diepe inzichten in de moeilijkheden en zegeningen van deze zoektocht. Daarbij getuigt hij van een uitstekende kennis van de menselijke psyche en geeft hij of zij (wat weten we immers van de schrijver?) er blijk van de mystieke weg zelf gegaan te zijn.

Een nieuwe vertaling

Zoals ik al eerder vermeldde zijn ons van het Thomas-evangelie enkele Griekse fragmenten en een complete versie in het Koptisch bekend. Het is goed mogelijk dat aan de Griekse versie nog een Aramese ten grondslag ligt. Hier wordt momenteel onderzoek naar verricht. Voor dit boek heb ik de logia opnieuw vertaald omdat de woordkeuze vaak mede bepaald wordt door de betekenis die ermee uitgedrukt wil worden. Met het Grieks kon ik zelf nog overweg, voor de Koptische versie heb ik dankbaar gebruik gemaakt van het exemplaar zoals dat, inclusief woord-voor-woord omzetting naar het Engels, op internet is gepubliceerd door Michael Grondin. Zelf beheers ik de Koptische taal niet, maar in het Koptisch treffen we veel bekende Griekse woorden aan en verder heb ik diverse Engelse en een enkele Duitse en Nederlandse vertaling geraadpleegd (zie Appendix 2). Als uitgangspunt heb ik er wel voor gekozen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst te blijven om te voorkomen dat ik mijn interpretatie te nadrukkelijk in de vertaling tot uitdrukking zou brengen. Ofschoon deze vertaling een nieuwe is, koester ik geenszins de pretentie dat ze echt vernieuwend is. In het oorspronkelijk manuscript treffen we het hele evangelie als één doorlopende tekst aan. De onderverdeling in logia is kunstmatig en bijna geheel gebaseerd op de steeds terugkerende aanhef 'Jezus zei'. Ik heb die conventie gevolgd, niet omdat ze inhoudelijk te rechtvaardigen zou zijn, maar omdat het zinvol is de toelichting toe te spitsen op kleinere eenheden. Om te voorkomen dat de lezer uitsluitend met deze tekstsnippers in aanraking komt, is aan het einde van het boek de integrale tekst van het evangelie afgedrukt. Om toch enige structuur in de tekst aan te brengen heb ik ervoor gekozen het evangelie in zes delen of hoofdstukken te verdelen. Deze opsplitsing heb ik weliswaar enigszins trachten te baseren op inhoudelijke thematiek, maar de keuze had evengoed anders kunnen uitvallen, ook déze verdeling is kunstmatig. Voor mij is het geschrift hoe dan ook één geheel.

Een voorproefje

Om een idee te geven van mijn aanpak volgen hieronder twee logia met bijbehorende reflectie en oefening. Ik heb gekozen voor de opening (logion 0) en logion 1 omdat het niet mogelijk is om andere uitspraken zomaar uit hun context te lichten.

Proloog (Logion 0)

Dit zijn de verborgen woorden die Jezus, de levende, sprak en die Didymus Judas Thomas heeft opgeschreven.

Reflectie

Wat is de zin van het verbergen van woorden? In ons communicatie- en informatie-tijdperk zijn we gewend toegang te hebben tot alle informatie. Zwijgen en stilte dreigen compleet verloren te gaan in de vloedgolf van gesproken en geschreven woorden waarmee we dagelijks worden overspoeld. Toch kan het zinvol zijn iets niet bespreekbaar te maken, niet onder woorden te brengen. Woorden kunnen leiden tot misverstand, je kunt de werkelijkheid niet in taal vangen. Sommige dingen kunnen nu eenmaal niet onder woorden gebracht worden. We beseffen dat soms ook wel en bij ingrijpende gebeurtenissen in het bestaan zijn we vaak sprakeloos en erkennen we dat woorden te kort schieten om bijvoorbeeld het verlies van een geliefde te beschrijven.
We staan er echter meestal niet bij stil dat we bij elke beschrijving de werkelijkheid geweld aandoen. De wereld is bijzonder veelzijdig en voortdurend aan verandering onderhevig. Elke poging om een gebeurtenis te omschrijven zal tekort doen aan bepaalde facetten en haar zo inperken tot een karikatuur van de werkelijkheid. Bij de beschrijving van een concreet ding als een huis blijft de schade beperkt, maar als je je gevoelens voor een geliefde wil verwoorden zul je snel de beperkingen van de taal ervaren.
Als Jezus, of een andere spirituele mens, dan ook over diepere lagen van het bestaan spreekt, is hij alert op de mogelijke misverstanden en zal zich hoogstens, en dan nog voorzichtig, uiten tegen mensen om hem heen die hem misschien kunnen begrijpen. Nu liggen hier woorden van Jezus v¢¢r ons, na een lange geschiedenis van een verborgen bestaan, en we willen ze begrij pen. Laten we dan heel zorgvuldig en voorzichtig, stapje voor stapje, proberen deze mystieke taal, deze po‰zie te doorgronden. Als koans, ondoorgrondelijke raadsels uit de zen-traditie, zullen we ze met ons hart moeten verteren omdat meestal ons gewone logische verstand geen uitweg biedt.

Oefening

Zwijgen

Zwijgen heeft twee facetten. In de eerste plaats moet je zwijgen als je iets, een persoon, een gebeurtenis, waarneemt. In je hoofd vormen zich meteen meningen en oordelen, je plaatst in categorieën en plakt etiketten op. Laat dit eens bewust los en kijk alleen maar.
In de tweede plaats kun je zwijgen als je iets vertelt. Dit wil niet zeggen dat je niets meer mag zeggen. Maar je kunt je stellige uitspraken achterwege laten en aan een beschrijving een groot open einde laten dat recht doet aan de noodzakelijke beperktheid van jouw waarneming en de weergave daarvan. Wees je van deze beide vormen van zwijgen bewust en probeer ze af en toe eens in je leven toe te passen.

Logion 1

En hij zei: Wie de betekenis van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken.

Reflectie

We zullen bij het begrijpen van een spirituele tekst, dus ook bij dit Thomas-Evangelie, altijd voorbij de woorden moeten gaan om te raken aan datgene wat de schrijver of spreker bedoelt. Taal is nu eenmaal niet het meest geschikte instrument maar wel het sterkst ontwikkelde communicatiemiddel van de moderne mens. Laten we proberen de woorden te gebruiken als opstapje naar een niveau van communicatie dat deze woorden overstijgt.
Onze taal bestaat uit begrippen en symbolen die ons zijn aangeleerd en maakt deel uit van onze cultuur en denkwereld. Ze is een onderdeel van ons tijdelijke, vergankelijke bestaan. Als we een blik voorbij dit betrekkelijke, aardse, willen werpen, moeten we dus het niveau van die taal achter ons laten. De eerste voorwaarde is dan vanzelfsprekend dat we die stap willen zetten, dat we diep in ons hart het heimwee herkennen naar die andere dimensie, dat diepere doel van ons bestaan, hoe onbekend ook.
De betekenis die achter, of onder of diep in, de woorden van Jezus verborgen is, zal je uitein delijk voorbij de grens van het tijdelijke bewustzijn leiden. Ze zal je in contact brengen met dat grotere bewustzijn dat niet onderhevig is aan de eeuwige verandering en de onvermijdelijke vergankelijkheid die ons aardse leven en alles daarin kenmerkt. De woorden van dit evangelie leiden ons, als we de betekenis doorgrond hebben, voorbij de grens van het domein waar de dood regeert.
Dit wil niet zeggen dat je lichaam of dat denkende 'ik' niet meer zal sterven. Je blijft wie je bent, met je lijf en alle beperkingen die je hebt. Alleen, er ontvouwt zich een grotere werkelijk heid, een dimensie van bestaan waarvan je in je diepste wezen deel uitmaakt en die je doet beseffen dat de dood een gewoon onvermijdelijk verschijnsel van de relatieve wereld is. Jouw diepste bestaan reikt daar echter ver voorbij.

Oefening

Luisteren naar jezelf

Als je het heimwee in je hart niet voelt, zul je altijd terugvallen op de oude bekende patronen en de wereld alleen met je verstand en rationele logica tegemoet treden. Om dat heimwee te voelen zul je tijd moeten nemen om naar jezelf te luisteren. In onze hectische wereld gaat dat niet vanzelf, je moet het, zeker in het begin, goed organiseren. Dat betekent dat je tijd zult moeten reserveren, elke dag, om aandachtig bij jezelf te zijn, door Zen-meditatie, Yoga, Tai-Chi of een andere vorm van meditatief bezig zijn die ruimte schept voor wat diep in je leeft. Het is een noodzakelijke stap om de motivatie voor de spirituele weg wortel te doen schieten en vormt tevens de aanleg van het tuintje waarin de bloemen van dit evangelie gezaaid kunnen worden. En als het tuintje er is, zul je er trouw elke dag aandachtig een half uur in moeten wieden en schoffelen om het goed te onderhouden en het zaad kans te geven tot ontwikkeling te komen en bloemen van inzicht voort te brengen.