De Zen van het leven

'De Zen van het leven'

Hoofdstuk 17


Zen is 'Verwondering'

Wat kun je doen om de oneindige inzet waar Zen om vraagt gestalte te geven in je leven? Een van de steeds terugkerende aansporingen luidt: je moet elke dag, ieder uur, ieder moment opnieuw beginnen. Dat betekent dat je ieder ogenblik als nieuw tegemoet treedt, zonder de ballast van alles wat je aangeleerd is. Dat vraagt nadrukkelijk om een bijzondere wijze van kijken naar de wereld om je heen. We luisteren weer even naar Jezus die ons toevertrouwt:

Het koninkrijk is binnen in u en het is in uw zien.

Het koninkrijk is binnen in u en .... , je verwacht, buiten je. Maar onze verbinding met buiten gaat via onze zintuigen, je vormt je een beeld van die buitenwereld via je zien. Er is geen andere buitenwereld dan het beeld wat wij er ons van vormen! Fotonen vanuit de buitenwereld vallen op je netvlies, een wirwar van lichtdeeltjes van alle kanten en in alle kleuren waaruit je vervolgens een beeld construeert. Je leert dat als klein kind door tastervaringen aan visuele indrukken te koppelen en die op te slaan in je geheugen. Zo worden je beelden aanvankelijk totaal bepaald door je ervaring. Later ga je over taal beschikken en leer je indelen in categorieën om indrukken sneller te verwerken, wat heel zinvol is in de strijd om te overleven. Je leert wat bomen zijn en huizen, maar vanaf dat ogenblik zie je ze niet meer! We verliezen op die wijze heel snel de zuiverheid en onbevangenheid van het zien van een kind, we verliezen onze verwondering. In dezelfde tekst verwoordt Jezus even verder waartoe zuiver waarnemen in verwondering kan leiden:

Ken wat je voor je ziet, en wat voor je verborgen is, zal aan je worden geopenbaard. Want er is niets dat verborgen is, wat niet geopenbaard zal worden.

Verwondering, een blik ongehinderd door kennis van vroeger, dringt diep door in dat wat je voor je ziet. Verwondering openbaart de ware aard omdat je niet benoemt, niet categoriseert, maar volledig openstaat voor het andere of de ander. Het is het 'gewaarzijn', de 'awareness' van Krishnamurti, het waarnemen zonder interferentie met kennis en oordelen vooraf of achteraf. Dat het om iets wezenlijks gaat, benadrukt Jezus door onomwonden te beschrijven waartoe het leidt: wat voor je verborgen is, zal je worden geopenbaard. Heel mooi beschrijft hij hoe er een link ligt tussen het inzicht in wat dichtbij is en het inzicht in alles. Het kennen van wat je voor je ziet, mondt uit in: niets zal nog verborgen zijn. Een mooie Zen-anekdote verhaalt hetzelfde:

Een monnik vroeg Chao-chou: 'Wat is de ware betekenis van Bodhidharma's komst uit het westen?'.
Chao-chou antwoordde: 'De cipres op de binnenplaats.'
De monnik protesteerde dat Chao-chou alleen maar naar een voorwerp verwees.
De abt zei: 'Nee, ik verwijs je niet naar een voorwerp.'
Toen stelde de monnik de vraag opnieuw: 'Wat is de ware betekenis van Bodhidharma's komst uit het westen?'.
'De cipres op de binnenplaats!' zei de abt nog eens.

De abt verwijst niet naar een voorwerp, hij verwijst de monnik naar zijn zien! Het antwoord op de grote filosofische vraag van het waarom van de komst van het boeddhisme naar China ligt verborgen in het zien in verwondering van de boom waar de monnik elke dag achteloos aan voorbijloopt. Wil je antwoord op de grote vragen in het leven, dring dan diep door tot wat vlak voor je staat. Zie het wonder in de boom vlakbij, laat de boom tot wonder worden, laat de boom 'verwonderen'. Dit 'totale kennen', doorzien van al wat is, wordt in Zen 'verlichting' genoemd. De weg naar deze verlichting zou dus eigenlijk heel eenvoudig zijn, alleen dat 'gewaarzijn' is nodig. Zen-meesters beweren dan ook herhaaldelijk dat het in de grond heel simpel, heel dichtbij je is.

Verwondering breekt je open en dat instrument kun je de hele dag hanteren. Bijvoorbeeld 's ochtends voor de spiegel als je oog in oog staat met jezelf: honderd biljoen levende cellen die zo schitterend samenwerken dat ze een gezamenlijk bewustzijn hebben ontwikkeld dat in staat is zichzelf waar te nemen. Wees lief voor dit wonder en behandel het met aandacht.
Bij de maaltijd kun je stilstaan bij het wonder van het voedsel dat voor je ligt. Thich-Nhat-Hanh spreekt over het 'zien van de regenwolk in je snee brood', de regenwolk die nodig was voor het bevochtigen van de aarde, noodzakelijk voor het groeien van het graan dat uiteindelijk tot jouw brood verwerkt werd.

Zo reikt ieder moment de verwonderde geest doorkijkjes aan die je rechtstreeks in contact brengen met het mysterie van het bestaan. Verwondering brengt je aan de rand van het onzegbare en soms er ineens ver overheen in een diepe ervaring van de schitterende pracht van de schepping. Huub Oosterhuis verwoordde het eens heel eenvoudig in een kort gedicht:

Wek mijn zachtheid weer,
geef mij terug de ogen van een kind,
dat ik zie wat is
en mij toevertrouw
en het licht niet haat.

(Uit: 'De zen van het leven', © Jos Stollman)